Net als de natuur is een kind wild, spontaan en creatief. Mensenkinderen hebben de natuurlijke neiging om zich met natuur te verbinden. Deze natuurlijke liefde voor natuur heeft een erfelijke basis en is bij kinderen het sterkst ontwikkeld maar is algemeen diep aanwezig in ons menszijn.
BIOPHILIA (liefde voor het leven) is een hypothese die deze aantrekkingskracht tracht te verklaren. Het begrip werd door de Harvard-wetenschapper en Pulitzerprijswinnaar Edward O. Wilson geïntroduceerd. Wilson definieert biophilia als ‘de drang om je met andere levensvormen verbonden te voelen’.